dinsdag 27 februari 2018

Preken van ds. W.C. Lamain


We hebben in ons assortiment een bijzondere uitgave met preken van ds. W.C. LamainDs. Lamain (1904-1984) was een bekend predikant van de Gereformeerde Gemeenten. Hij werd al op jonge leeftijd predikant. Hij diende de gemeenten van Leiden, Rotterdam-Zuid en Rijssen. Vanaf 1947 tot zijn overlijden stond hij in Grand Rapids.Stichting De Gihonbron uit Middelburg heeft een aantal van zijn preken van de band uitgewerkt en uitgegeven. Dat resulteerde in een uitgave met 200 preken van deze predikant. Het merendeel van deze preken is niet eerder verschenen.
Het voordeel van deze preken is dat ze in spreektaal geschreven zijn. Dat spreekt bij het lezen meer aan dan schrijftaal.
Deze preken zijn te koop in twee verschillende uitgaven:
- 10 delen paperback
- 4 gebonden delen
Bestel via onze site deze unieke uitgave



De inhoud van deze twintig tientallen is als volgt: 

Eerste Tiental
INHOUD

1ste preek: Genesis 38:26. Juda in de schuld.
En Juda kende ze, en zeide: zij is rechtvaardiger dan ik, daarom omdat ik haar aan mijn zoon Sela niet gegeven heb. En hij bekende haar voortaan niet meer.

2e preek: Psalm 44:23. Een inzicht in het leven van Gods kerk en kinderen hier op aarde
Maar om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij worden geacht als slachtschapen.

3e preek: Psalm 77:20 en 21 Een troostrijke herinnering op de laatste dag van het jaar. OUDEJAARSPREEK
Uw weg was in de zee en Uw pad in grote wateren; en Uw voetstappen werden niet bekend.
Gij leidde Uw volk als een kudde, door de hand van Mozes en Aäron.

4e preek: Psalm 104:30a. De zending van de Heilige Geest.
Zendt Gij Uw Geest uit zo worden zij geschapen.

5e preek: Psalm 104:30b. Het werk en de onderhouding van de Heilige Geest.
En Gij vernieuwt het gelaat des aardrijks.

6e preek: Hooglied 4:16a. Het doorwaaien van de Noordenwind en de Zuidenwind in de hof van Gods kerk.
Ontwaak Noordenwind, en kom gij Zuidenwind; doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien.

7e preek: Daniël 12:12. De eerste en de laatste zaligspreking uit Daniëls profetie.
Zalig is hij die verwacht, en raakt tot duizend driehonderd en dertig jaar.

8e preek: Zacharia 12:10. Gods Geest over het huis van David en de inwoners van Jeruzalem. BIDDAGPREEK
Doch over het huis Davids en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten de Geest der genade en der gebeden.

9e preek: De inwoning van de Heilige Geest het onschatbaar voorrecht aan de Kerk gegeven.
"Of meent gij dat de Schrift tevergeefs zegt: De Geest, Die in ons woont, heeft Die lust tot nijdigheid? Ja, Hij geeft meerdere genade." Jakobus 4 : 5, 6a.

10e preek: Openbaring 6:5 en 6. De opening van het derde zegel.
En toen Het het derde zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: "Kom en zie. En ik zag, en ziet een zwart paard, en d
ie daarop zat, had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren, die zeide: Een maatje tarwe voor een penning en drie maatjes gerst voor een penning; en beschadig de olie en de wijn niet.

Tweede Tiental
INHOUD 

1e preek. Koper en ijzer onder uw schoen
IJzer en koper zal onder uw schoen zijn. Deuteronomium 33: 25a
… En ik ga rondom uw altaar, o HEERE! Psalm 26:6b

2e preek. Een ootmoedig getuigenis van de man naar Gods hart.
Ik heb mij naar het woord Uwer lippen, gewacht voor de paden des inbrekers. Psalm 17:4b.

3e preek. Een rondgang rondom het altaar.

4e preek. Een blijmoedig getuigenis des geloofs. NABETRACHTING
Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn.
Psalm 27:6a.

5e preek. Het eenzijdig Godswerk, geopenbaard in Christus.
Dewijl hij Mij zeer bemint, spreekt God, zo zal Ik hem uithelpen. Psalm 91:14a. Met toespraak van ds. J. Karens te Opheusden.

6e preek. De reine begeerte van Gods kerk.
Och, dat Gij mij als een Broeder waart, zuigende de borsten mij­ner moeder. Hooglied 8:1a.

7e preek. De onttrekking van Gods genadige tegenwoordigheid. DANKDAGPREEK
Ik zal heengaan en keren weder tot Mijn plaats, totdat zij zichzelven schuldig kennen en Mijn aangezicht zoeken; als hun bange zal zijn, zullen zij Mij vroeg zoeken. Hoséa 5:15

8e preek. Jezus Knecht en Borg. LIJDENSPREEK
En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader; alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, lief­gehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde. Johannes 13:1

9e preek. De overlevering van Christus aan Pontius Pilatus. LIJDENSPREEK
Zij dan leiden Jezus van Kájafas in het rechthuis. En het was des morgens vroeg; en zij gingen niet in het recht­huis, opdat zij niet verontreinigd zouden worden, maar op­dat zij het pascha eten mochten. Pilatus dan ging tot hen uit, en zeide: Wat beschuldiging brengt gij tegen dezen Mens? Zij antwoordden en zeide tot hem: Indien Deze geen kwaaddoener was, zo zouden wij Hem u niet overgeleverd hebben, enz. Johannes 18:28‑32.

10e preek. Op de Adriatische zee.
Als nu de veertiende nacht gekomen was, alzo wij in de Adriatische zee herwaarts en derwaarts gedreven werden, omtrent het midden des nachts, vermoeden de scheepslieden, dat hun enig land naderde. Handelingen 27: 27.

 Derde Tiental
INHOUD


1. Preek. Gods rechtvaardig gericht over een vijandin van Gods kerk.
En zij legden de handen aan haar, en zij gingen naar den ingang van de Paardenpoort, naar het huis des konings; en zij doodden haar daar.
2 Kronieken 23: 15

2. Preek. Gods weg met Zijn volk in het komen tot Christus als de enige Toevlucht in leven en sterven.
Van den stroom der bergen worden zij nat, en zonder toevlucht zijnde, omhelzen zij de steenrotsen. Job 24: 8.

3. Preek De grote Knecht des Vaders
"Een verstandig knecht zal heersen over een zoon, die beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis delen." Spreuken 17:2

4. Preek. Een innemend en dringend verzoek.
Kom, mijn Liefste! Laat ons uitgaan in het veld, laat ons vernachten op de dorpen.
Hooglied 7: 11

5. Preek. De verzoening door het bloed des Lams, betuigd en bevestigd met eedzwering door de eeuwige Jehovah.
Want dat zal Mij zijn als de wateren van Noach, toen Ik zwoer dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden gaan; alzo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer op u toornen noch u schelden zal. Jesaja 54: 9.

6. Preek. Rijk in God
Alzo is het met dien, die zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God. Lukas 12: 21

7. Preek. Een vrijmoedig antwoord.
Maar in dit alles zijn wij meer dan ovenwinnaars door Hem, Die ons liefgehad heeft. Romeinen 8: 37.

8. Preek. De geloofsverwachting van Abraham.
Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft. Hebreeën 11: 10a.

9. Preek. Een wenende Johannes
En ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen, noch het­zelve in te zien. En een van de ouderlingen zei­de tot mij: ween niet; zie, de Leeuw, Die uit de stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft over­wonnen, om het boek te openen, en zijn zeven ze­gelen open te breken. Openbaring 5: 4, 5

10. Preek. De troost voor Gods kerk in het openen van het boek.
En een van de ouderlingen zeide tot mij: ween niet; zie, de Leeuw Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft over­wonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken. Openbaring 5: 5


Vierde Tiental

INHOUD


Preek 1. Het eeuwig verbond, de troost van Gods volk in alle teleurstellingen
Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, nochtans heeft Hij mij een eeuwig verbond gesteld, dat in alles wel geordineerd en bewaard is; voorzeker is daarin al mijn heil en alle lust, hoewel Hij het nog niet doet uitspruiten. 2 Samuël 23 : 5.

Preek 2. Het opstaan van God over Zijn volk
Om de verwoesting der ellendigen, om het kermen der nooddruftigen, zal Ik nu opstaan, zegt de HEERE; Ik zal in behoudenis zetten, dien hij aanblaast. Psalm 12:6.

Preek 3. Een grote genade en een onuitsprekelijk voorrecht in een diepe weg
Ik daarentegen ben als een dove. Ik hoor niet, en als een stomme, die zijn mond niet opendoet. Ja, ik ben als een man, die niet hoort, en in wiens mond geen tegen­redenen zijn. Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn God!
Psalm 38:14.

Preek 4. De dag die de Heere gemaakt heeft. PAASPREEK
Dit is de dag, die de Heere gemaakt heeft. Laat ons op dezelfde ons verheugen en verblijd zijn. Psalm 118:24.

Preek 5. Christus roemt Zijn bruid
Hoe schoon zijt gij, en hoe liefelijk zijt gij, o liefde, in wellusten! Hooglied 7:6.

Preek 6. De oneindigheid van Gods genade. OUDEJAARSPREEK
Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben. Klaagliederen van Jeremía 3:22.

Preek 7. Een getuigenis van de beproefde Kerk. NIEUWJAARSPREEK
Waarlijk, tevergeefs verwacht men het van de heuvelen en de menigte der bergen; waarlijk, in den HEERE, onzen God, is Israëls heil. Jeremía 3:23.

Preek 8. Simeon met Christus in zijn armen. KERSTPREEK
Zo nam hij Hetzelve in zijn armen, en loofde God, en zeide: Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord. Lukas 2:28 en 29.

Preek 9. Anna, een profetes. KERSTPREEK
En er was Anna, een profetes, een dochter van Fanuël, uit den stam van Aser; deze was tot groten ouderdom gekomen, welke met haar man zeven jaren had geleefd van haar maagdom af. Lukas 2 : 36‑38.

Preek 10. Een troostvolle toezegging. NIEUWJAARSPREEK
Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid door Christus Jezus. Filippenzen 4:19.

Vijfde Tiental
INHOUD

Preek 1. De rust van het graf. 2e preek
"Daar houden de bozen op van beroering, en daar rusten de vermoeiden van kracht; daar zijn de gebondenen tezamen in rust; zij horen de stem des drijvers niet." Job 3:17, 18

Preek 2. Het vooruitzicht van de Kerk, de ver­wachting van het volk van God. 3e preek
"Daar zijn de gebondenen tezamen in rust; zij horen de stem des drijvers niet." Job 3:18a

Preek 3. De stem des drijvers niet meer gehoord. 4e preek
"Zij horen de stem des drijvers niet." Job 3:18b

Preek 4. Een zwaar gericht over Gods Kerk. BIDDAGPREEK
"En Ik zal de wolken gebieden, dat zij geen regen daarop regenen. " Jesaja 5:6b:

Preek 5. De heerlijkheid van de beloofde Christus. Vervolg adventpreek
"En op Hem zal de Geest des HEEREN rusten; de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des HEEREN." Jesaja 11:2

Preek 6. Wat is het vooruit­zicht schoon! 1ste preek
"En de vrijgekochten des HEEREN zullen wederke­ren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijd­schap zal op hun hoofd wezen; vrolijkheid en blijd­schap zullen zij verkrijgen, maar droefenis en zuchten wegvlieden." Jesaja 35:10

Preek 7. Wat is het vooruit­zicht schoon! 2e preek
"En de vrijgekochten des HEEREN zullen wederke­ren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijd­schap zal op hun hoofd wezen; vrolijkheid en blijd­schap zullen zij verkrijgen, maar droefenis en zuchten wegvlieden." Jesaja 35:10

Preek 8. Wat is het vooruit­zicht schoon! 3e preek
"En de vrijgekochten des HEEREN zullen wederke­ren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijd­schap zal op hun hoofd wezen; vrolijkheid en blijd­schap zullen zij verkrijgen, maar droefenis en zuchten wegvlieden." Jesaja 35:10

Preek 9. Christus de Overwinnaar van de dood.
“Die de dood heeft tenietgedaan en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht, door het Evangelie.” 2 Timótheüs 1:10b.

10. Preek op Bevrijdingsdag 1946 ter herdenking van de bevrijding op 5 mei 1945.
     Uitgeschreven door ds. Lamain.
“De HEERE zij geloofd, Die ons in hun tanden niet heeft overgegeven tot een roof. Onze ziel is ontkomen, als een vogel uit den strik der vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen. Onze hulp is in den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft.” Psalm 124:6-8


Zesde Tiental
INHOUD

1e Preek. Eénmaal en zevenmaal.
En hij zal van het bloed van den var nemen en zal met zijn vinger op het verzoendeksel, oostwaarts sprengen, en voor het verzoendeksel zal hij zevenmaal met zijn vinger van dat bloed sprengen. Leviticus 16:14

2e Preek. III. Een diepe verborgenheid ten opzichte van het welgevallen Gods in het Middelaarswerk van Christus.                       
Zo zal Hij hem genadig zijn en zeggen: Verlos hem dat hij in het verderf niet nederdale, Ik heb verzoening gevonden. Job 33: 24

3e Preek. I. De bekering van de kinderen Israëls.
Want de kinderen Israëls zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim. Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den Heere, hun God, en David, hun koning, en zij zullen vrezende komen tot den Heere en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen. Hoséa 3 vers 4 en 5

4e Preek. II. De bekering van de kinderen Israëls.
Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den Heere, hun God, en David, hun koning, en zij zullen vrezende komen tot den Heere en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen. Hoséa 3:5.

5e Preek. III. De bekering van de kinderen Israëls.
Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren, en zoeken den Heere, hun God, en David, hun koning, en zij zullen vrezende komen tot den Heere en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen. Hoséa 3:5.

6e Preek I. De waardij van de Heilige Geest in het naderen tot Gods troon en tot Gods hart. Want door Hem hebben wij beiden de toegang, door énen Geest tot den Vader. Eféze 2:18.
7e Preek III. De waardij van de Heilige Geest in het naderen tot Gods troon en tot Gods hart. Want door Hem hebben wij beiden de toegang, door énen Geest tot den Vader. Eféze 2:18.

 8e Preek I. Een uitnemende staatsverwisseling
Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods. Eféze 2:19

9e Preek II. Een uitnemende staatsverwisseling
Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods. Eféze 2:19

10e Preek. De troon van God en van het Lam, het centrum van de hemel.
En de troon Gods en des Lams zal daarin zijn. En zijn dienstknechten zullen Hem dienen, en zij zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn naam zal op hun voorhoofden zijn. Openbaring 22:3 en 4

Zevende Tiental
INHOUD

1e preek. De God van Jakob tot zijn Hulp.
Welgelukzalig is hij, die de God Jakobs tot zijn hulpe heeft; wiens verwachting op de Heere, zijn God, is. Psalm 146:5

2e preek. Recht voor de verdrukten. Psalm 146: 7a
Die de verdrukte recht doet.

3e preek. Brood voor de hongerigen. Psalm 146: 7b
Die de hongerige brood geeft.

4e preek. De losmaking van de gevangenen.
De Heere maakt de gevangenen los. Psalm 146:7c

5e preek. De Goddelijke bewaring. Psalm 146:9a
De Heere bewaart de vreemdelingen.

6e preek. Een veelbetekende Naam van de Heere Jezus.
Een psalm van David voor de opperzangmeester op Aijéleth Hasscháchar.
Psalm 22:1

7e preek. Een kinderlijke ontboezeming in een bange tijd. BIDDAGPREEK
HEERE, luister naar mij en hoor naar de stem mijner twisters. Jeremia 18:19

8e preek. Hoop voor Gods kerk in een hopeloze toestand. DANKDAGPREEK
Alzo zegt de HEERE der heirscharen: er zullen nog oude mannen en oude vrouwen zitten op de straten van Jeruzalem. Een ieder zal zijn stok in zijn hand hebben vanwege de veelheid der dagen. En de straten dier stad zullen vervuld worden met knechtjes en meisjes, spelende op haar straten. Zacharia 8:4, 5

9e preek. Een moedig getuigenis.
Maar Paulus antwoordde: Wat doet gij, dat gij weent en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor de Naam des Heeren Jezus. Handelingen 21:13.

10e preek. Van de rust in God temidden van de grootste storm des levens.
"Doch alsnu vermaan ik ulieden goedsmoeds te zijn: want er zal geen verlies geschieden van iemands leven onder u, maar alleen van het schip. Want dezen zelfden nacht beeft bij mij gestaan een engel Gods, Wiens ik ben, Welken ik ook dien. Zeggende: Vrees niet, Paulus ! gij moet voor de Keizer gesteld worden: en zie, God beeft u geschonken allen, die met u varen. Daarom zijt goedsmoeds, mannen, want ik geloof God, dat het alzo zijn zal, gelijkerwijs het mij gezegd is." Handelingen 27:22‑25.


Achtste Tiental
INHOUD

1e preek. Het uitgaan van de Godvruchtige Izak tot een voorbeeld gesteld.
Rotterdam, 1941
En Izak was uitgegaan om te bidden in het veld tegen het naken van den avond.
Genesis 24: 63a.

2e preek. Jakob terug in Bethel. Biezelinge, 1966
Daarna zeide God tot Jakob: maak u op, trek op naar Bethel, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God, Die u verschenen is, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder Ezau. Genesis 35:1

3e preek. Jakob terug in Bethel. Biezelinge 1966
Daarna zeide God tot Jakob: maak u op, trek op naar Bethel, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God, Die u verschenen is, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder Ezau. Genesis 35:1

4e preek. Een wonderlijke belofte voor de laatste ure des levens. Ca. 1947
En Jozef zal zijn hand op uw ogen leggen. Genesis 46: 4b.

5e preek. Het hoogte punt in Israëls leven. Utrecht 1946
"En daar heb ik Lea begraven." Genesis 49:31, laatste gedeelte.

6e preek. Een weldaad voor de stam van Juda. Grand Rapids
De scepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt. Genesis 49:10a.

7e preek. Een blijde oogst na een droevig zaaien, of: een troostvolle belofte.
De Schat des Woords, 6e jaargang 1952
Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Die het zaad draagt dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende, maar voorzeker hij zal met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven. Psalm 126:5‑6.

8e preek. Het teken van Gods eeuwig en soeverein welbehagen.
De Schat des Woords, 14e jaargang 1960
Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven: ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn Naam Immanuël heten. Jesaja 7:14.

9e preek. Het leven van Jeftha en zijn dochter. I. Utrecht, 1949
Toen nu Jeftha te Mizpa bij zijn huis kwam, ziet, zo ging zijn dochter uit hem tegemoet, met trommelen en reiën. Zij nu was alleen, een enig kind; hij had uit zich anders geen zoon of dochter. Enz. Richteren 11:34‑36.

10e preek. Het leven van Jeftha en zijn dochter. II. Utrecht, 1949
Ach mijn dochter! gij hebt mij ganselijk nedergebogen, enz


Negende Tiental
INHOUD

1e preek. Gods getuigenis van Korachs kinderen. Rotterdam. 1941
Maar de kinderen van Korach stierven niet. Numeri 26:11

2e preek. De liefde tot God. De Schat des Woord, 8ste jaargang
Ik heb lief. Psalm 116 : 1a.

3e preek. Een Goddelijke openbaring. Uitgesproken te Barneveld
Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen. Psalm 119 vers 49.

4e preek. Een veel betekende prediking van de kleinste dieren der aarde. 1945
Deze vier zijn van de kleinsten der aarde; doch dezelve zijn wijs, met wijsheid wel voorzien. De mieren zijn een onsterk volk; evenwel bereiden zij in de zomer baren spijs. De konijnen zijn een machteloos volk; nochtans stellen zij hun buis in de rotssteen. De sprinkhanen hebben genen koning; nochtans gaan zij allen uit, zich verdelende in hopen. De spinnenkop grijpt met de banden, en is in de paleizen der koningen. Spreuken 30:24‑28.

5e preek. Een antwoord gegeven wordt aan de bruid, ten opzichte van verlangen dat in haar ziel was. Grand Rapids, 28-5-1963
Totdat de dag aankomt en de schaduwen vlieden, zal Ik gaan tot den mirreberg en tot den wierookheuvel. Hooglied van Salomo 4:6a

6e preek. Zijn gestalte als de Libanon. Grand Rapids
Zijn gestalte is als de Libanon, uitverkoren als de cederen. Hooglied 5:15

7e preek. De eed Gods tot bevestiging en verzekering van Gods gunst en genade over Zijn volk. Grand Rapids, 11-10-1968
Want dat zal Mij zijn als de wateren van Noach, toen Ik zwoer dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden gaan; alzo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer op u toornen, noch u schelden zal. Jesaja 54:9

8e preek. Een bijzondere boodschap in een bijzondere tijd. Banier, Rhenen, 1944
Daarom, zo zegt de Heere, de God der heirscharen, de Heere: Op alle straten zal rouwklage zijn en in alle wijken zullen zij zeggen: Och, och! en zullen de akkerman roepen tot treuren en rouwklage zal zijn bij degenen, die verstand van kermen hebben. Enz. Amos, 5:16 en 17.

9e preek. Geen wortel. Schat des Woords, 10e jaargang.
En hebben geen wortel in zichzelf, maar zijn voor een tijd. Markus 4:17a

10e preek. De ge­zegende kracht of uitwerking van de eerste Pinksterprediking.
Schat des Woords, 9e jaargang.
En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? Handelingen 2 : 37


Tiende Tiental
INHOUD

1ste preek. Woensdag 11 april ter gelegenheid van de bevrijding van Rijssen
Ten tijde des avonds, zie, zo is er verschrikking; eer het morgen is, is hij er niet meer; dit is het deel dergenen, die ons beroven en het lot dergenen die ons plunderen. Jesaja 17: 14

2e preek. Bij de bevrijding van ons land
Nu is het in mijn hart een verbond te maken met de Heere, de God Israëls, opdat de hitte Zijns toorns van ons afkere. 2 Kronieken 29: 10

3e preek. Na de algehele Vrede in Nederland over op zondagavond 6 mei 1945.
Geloofd zij de Heere, die Zijn volk Israël rust gegeven heeft, naar alles dat Hij gesproken heeft; enz. 1 Koningen 8: 56-58

4e preek. De drievoudige zegen van Nafthali. Overlijden ds. Vreugdenhil, Kampen, 1944
En van Nafthali zeide hij: O, Nafthali, zijt verzadigd van de goedgunstigheid en vol van de zegen des Heeren; bezit erfelijk het Westen en het Zuiden. Deuter. 33:23

5e preek. Het is volbracht! GOEDE VRIJDAG PREEK. Grand-Rapids
"Het is volbracht!" Johannes 19:30, middelste gedeelte

6e preek. Eendrachtig bijeen
En als zij ingekomen waren, gingen ze op in de opperzaal, waar ze bleven; enz. Deze allen waren eendrachtiglijk volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen; en Maria de moeder van Jezus, en met zijn broederen. Handelingen 1 : 13, 14.

7e preek. PINKSTERTEKENEN. Pinksterpreek
En er geschiedde haastelijk uit den hemel en geluid, gelijk als van een geweldigen gedreven wind en vervulde het gehele huis waar zij zaten. En van hen werden gezien verdeelde tongen als van vuur; en het zat op een iegelijk van hen. Hand.2:2,3.

8e preek. De heerlijkheid Gods aanschouwd in het eerste wonder door de apostelen.
En hem grijpende bij de rechterhand, richtte hij hem op. En terstond werden zijn voeten en enkelen vast. En hij opspringende stond en wandelde en ging met hen in den tempel, wandelende en springende en lovende God. Handelingen 3:7, 8

9e preek. Joses, de Leviet.
En Joses, van de apostelen toegenaamd Bárnabas, (hetwelk is overgezet zijnde, een zoon der vertroosting) een Leviet, van geboorte van Cyprus; alzo hij een akker had verkocht dien en bracht het geld en legde het aan de voeten der apostelen. Handelingen 4:36, 37.

10e Preek. Blijdschap in God. 1945
En van daar kwamen de broeders, van onze zaken gehoord hebbende, ons tegemoet tot Appius‑markt, en de drie tabernen, welken Paulus ziende, dankte hij God, en greep moed. Handelingen 28:15.


Elfde Tiental
INHOUD

1e preek. Een vernieuwd bezoek aan Abraham. Uitgesproken Grand Rapids
Daarna verscheen hem de Heere aan de eikenbossen van Mamre, als hij in de deur der tent zat, toen de dag heet werd. Genesis 18:1

2e preek. Smaken dat de Heere goed is. Uitgesproken Grand Rapids
Smaakt en ziet, dat de Heere goed is. Welgelukzalig is man die op Hem betrouwt. Psalm 34: 9

3e preek. De eeuwige heerschappij van Christus vertoond in Zijn hoofd en haarlokken.
Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud; Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf. Hooglied 5:11

4e preek. De volmaaktheid van Christus.
Zijne ogen zijn als duiven bij de waterstromen, met melk gewassen, staande als in kasjes der ringen. Hooglied 5:12

5e preek. Een onbegrijpelijk wonder. ADVENTSPREEK. Rijssen, 1945
Want de Heere heeft wat nieuws op de aarde geschapen; de vrouw zal de man omvangen. Jeremia 31:22b.

6e preek. Doodsvonnis van Edom. 31-1-1945
Daarom, zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE: Ik zal u voorzeker ten bloede bereiden, en het bloed zal u vervolgen; alzo gij het bloed niet hebt gehaat, zal u het bloed ook vervolgen. Ezechiël 35 : 6.

7e preek. De grote weldaad van Gods aangezicht en Zijn Geest. I. Grand Rapids
En Ik zal Mijn aangezicht voor hen niet meer verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis Israëls zal hebben uitgegoten, spreekt de Heere HEERE.
Ezechiël 39: 29

8e preek. De grote weldaad van Gods aangezicht en Zijn Geest. II. Grand Rapids
En Ik zal Mijn aangezicht voor hen niet meer verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis Israëls zal hebben uitgegoten, spreekt de Heere HEERE.
Ezechiël 39: 29

9e preek. De Parel van grote waarde. 23-9-1945
Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk een koopman die schone paarlen zoekt, dewelke hebbende een paart van grote waarde gevonden, ging heen en verkocht al wat hij had, en kocht dezelve. Mattheüs 13: 45 en 46.

10e preek. De liefde van Christus, die de kennis te boven gaat.
En bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat. Eféze 3:19a.
Met toespraak ds. J. Mijnders te Veenendaal (1979-1991) 12-7-1982

Twaalfde Tiental
INHOUD

VOORWOORD

Twee predicaties, uitgesproken na zijn ernstige ziekte:
1. EEN GODVERHEERLIJKENDE VERKLARING
Want Gij zijt mij een hulp geweest en in de schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen. Psalm 63:8

2. De God van Jacob tot zijn hulp
Welgelukzalig is hij, die de God Jacobs tot zijn hulp heeft; wiens verwachting op de Heere, zijn God, is. Psalm 146: 5

3. De Heere verlaat Zijn volk niet
Want de Heere zal Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erve niet verlaten. Psalm 94:14

4. De gouden kandelaar uit Zacharia’s nachtgezicht.
En de Engel, Die met mij sprak, kwam weder; en Hij wekte mij op, gelijk een man die van zijn slaap opgewekt wordt. … En twee olijfbomen daarnevens, een ter rechterzijde van het oliekruikje, en een ter linkerzijde. Zacharia 4:1-3

5. Goddelijke beloften
Het woord des Heeren geschiedde verder tot mij, zeggende: De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn handen zullen het ook vol­einden; Enz. Zacharia 4: 8-10

6. Twee olijfbomen bij de kandelaar
Voorts antwoordde ik en zeide tot Hem: Wat zijn die twee olijfbomen, ter rechterzijde des kandelaars en aan zijn linkerzijde? … Toen zeide Hij: Deze zijn de twee olietakken, welke voor de Heere der ganse aarde staan. Zacharia 4: 11-14

7. Het rechtvaardig oordeel van God
Heiligt een vasten; roept een ver­bodsdag uit, verzamelt de oudsten en alle inwoners dezes lands, ten huize des Heeren, Uws Gods, en roept tot den Heere. Ach, die dag! Enz. Joël 1: 14 - 16

8. Dankdagpreek. Christus verzocht om te vertrekken
En ziet, de gehele stad ging uit Jezus tegemoet, en als zij Hem zagen, baden zij, dat Hij uit hun landpalen wilde vertrekken. Mattheüs 8 vers 34

9.De zekere ver­wachting van Gods kerk
Maar wij verwachten naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke ge­rechtigheid woont. 2 Petrus 3:13

10. Een aansporing tot een Godvruchtige wandel
Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede. 2 Petrus 3: 14

Bijlage: Meditatie door ouderling Johannes van Vuuren te Rotterdam
De 4e t/m de 10e preek zijn stenografisch opgenomen door M. Geuze Veldstraat 40b, Rotterdam-Zuid; door Ds. Lamain gecorrigeerd. Ze werden aan de Stichting Gihonbron ter beschikking gesteld door de heer J. Koonings te Rotterdam.


Dertiende Tiental
INHOUD

VOORWOORD
Voorafgaand aan: Betekenisvolle boodschappen, 2 preken.

1. De volvoering van het ingeroepen oordeel door de rechtvaardige God
Eer dan uwe potten de doornstruik gewaar wor­den, zal Hij hem als levend, als in heten toorn wegstormen. De rechtvaardige zal zich verblijden, als hij de wraak aanschouwt; hij zal zijn voeten wassen in het bloed des goddelozen. En de mens zal zeggen: "Immers is er vrucht voor de rechtvaardige; immers is er een God, Die op aarde richt. Psalm 58: 10-12

2. Een Goddelijk antwoord betreffende de toe­komst
Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt en gelouterd worden; maar de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het ver­staan, maar de verstandigen zullen het verstaan. Daniël 12: 10.

3. Christus als de Vertrooster voor Gods strijdende kerk
En te dien tijd zal Michaël opstaan, die grote Vorst, die voor de kinderen Uws volks staat, als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, enz. Daniël 12 :1.

4. De reine begeerte van Jeruzalems dochters
Wat is uw Liefste meer dan een andere liefste, o gij schoonste onder de vrouwen? Wat is uw Liefste meer dan een andere liefste, dat gij ons zo bezwo­ren hebt! Hooglied 5: 9

5. Een verklaring van haar hemelse Bruidegom.
"Mijn Liefste is blank en rood; Hij draagt de banier boven tienduizend!" Hooglied 5: 10

6. Christus' spraak.
Zijn lippen zijn als de leliën, druppende van vloeiende mirre. Hooglied 5: 13

7. De kerk roemt Christus. I
Mijn Liefste is mij een tros van Cyprus in de wijngaarden van Engedie. Hoogl. 1:14

8. De kerk roemt Christus. II
Mijn Liefste is mij een tros van Cyprus in de wijngaarden van Engedie. Hoogl. 1:14

9. De vlucht van Christus naar Egypte
En was aldaar tot de dood van Herodes; opdat vervuld zou worden, hetgeen van de Heere ge­sproken is door de profeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen. Mattheüs 2: 15

10. Dankdagpreek. De lofzang van Christus
En als zij de lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar de Olijfberg. Matth. 26:30


Veertiende Tiental
INHOUD

1. Een ernstige vermaning in het laatste uur van het jaar. Oudejaarsavond
Alleenlijk, wacht u en bewaart uw ziel wel, dat gij niet vergeet de dingen, die uw ogen gezien hebben, en dat zij niet van uw hart wijken, al de dagen uws levens. Deut. 4: 9a

2. Een belofte van veiligheid, een verlossing voor degenen die Hem vrezen. Trouwpreek
De engel des Heeren legert Zich rondom degenen, die Hem vrezen, en rukt hen uit.
Psalm 34: 8

3. Het bijzonder voorrecht van de oprechten.
De Heere kent de dagen der oprechten; en hun erfenis zal in eeuwigheid blijven. Psalm 37: 18.

4. Het gedenken van Gods weldadigheden. Dankdagpreek
O God, wij gedenken Uwer weldadigheid in het midden Uws tempels. Psalm 48 :10

5. De roemtaal des Geloofs
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten en mijn Deel in eeuwigheid. Psalm 73: 26

6. Het verharde Israël onder ontzaggelijke bedreigingen. Biddagpreek
Om dit alles keert Zijn toorn zich niet af, maar Zijn hand is nog uitgestrekt. Want dit volk keert zich niet tot Dien, Die het slaat, en de Heere der heir­scharen zoeken zij niet. Jesaja 9: 11b, 12

7. Een laatste vermaning van de God des oordeels na zware gerichten. Biddagpreek
Daarom zal Ik u alzo doen, o, Israël; omdat Ik u dan dit doen zal, zo schik u, o Israël om uw God te ontmoeten. Amos 4: 12

8. De gelijkenis van het opschie­tend zaad. Herdenkingspreek
En Hij zei: Alzo is het Koninkrijk Gods, alsof een mens het zaad in de aarde wierp, en voorts sliep en opstond, nacht en dag, en het zaad uitsproot en lang werd, dat hij zelf niet wist hoe. Enz. Markus 4: 26-29

9. Het geleid worden door Gods Geest.
Want zo velen als er door de Geest Gods geleid worden die zijn kinderen Gods.
Romeinen 5: 14

10. Een vermaning van de apostel Johannes aan de strijdende Kerk op aarde.
En nu, kinderkens blijft in Hem, opdat wanneer Hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt worden in Zijn toekomst. Johannes 2: 28


Vijftiende Tiental
INHOUD

1. De getrouwe Verbonds-God tegenover Zijn be­drukt Verbondsvolk. Biddagpreek
En God hoorde hun gekerm, en God gedacht aan Zijn Verbond met Abra­ham, met Izak en met Jacob. En God zag de kinderen Israëls aan en God kende hen. Exodus 2: 24 en 25

2. Een Godverheerlijkende verklaring van het Goddelijk denken aan ons. Dankdagpreek
De Heere is onzer gedachtig geweest. Psalm 115: 12

3. De Goddelijke bewaring.
En Hij zal de weg Zijner gunstgenoten bewaren. Spreuken 2: 8b:

4. De gezanten van Juda terug naar Hiskia
Doch zij zwegen stil en antwoorden hem niet een woord, want het gebod des konings was, zeggende: Gij zult hem niet antwoorden. Enz. Jesaja 36: 21 en 22

5. De Heere gedenkt Zijn weldadigheid aan Zijn volk bewezen
Ga en roep voor de oren van Jeruzalem, zeggende: zo zegt de Heere, Ik gedenk der weldadigheid uwer jeugd, der liefde uwer ondertrouw, toen gij mij nawandeldet in de woestijn, in onbezaaid land. Jeremia 2: 2

6. Een getuigenis van Jehovah tegenover Zijn afwijkend volk. Biddagpreek
Ziet, de ogen des Heeren HEEREN zijn tegen dit zondig koninkrijk, dat Ik het van de aardbodem verdelge; behalve, dat Ik het huis Jacobs niet ganselijk zal verderven, spreekt de Heere HEERE. Amos 9: 8.

7. De beloften van een Leraar Die blijft. Pinksterpreek
Maar de Trooster, de Heilige Geest, wel­ken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal U alles leren en zal u indachtig maken, alles wat Ik u gezegd heb. Johannes 14:26

8. De vrucht van het kindschap der gelovigen
Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze, maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba Vader! Romeinen 8:15

9. Ernstvolle woorden; voorafgaand aan het afscheid van Rotterdam
Indien iemand den Heere Jezus Christus niet lief heeft, die zij een vervloeking: Maranatha!
1 Korinthe 16: 22

10. Verdwijning van de zee
En de zee was niet meer. Openbaring 21:1b


Zestiende Tiental
INHOUD

1. Het gebed van Mozes om de Heilige Geest.
Och, of al des Heeren volk profeten waren; dat de HEERE Zijn Geest over hen gave! Numeri 11: 29 laatste gedeelte.

2. Christus in het stof des doods.
Want Gij legt Mij in het stof des doods. Psalm 22: 16

3. De onbewegelijke troon des Heeren HEEREN. I.
Gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid Uws troons, goedertierenheid en waarheid gaan voor Uw aangezicht heen. Psalm 89 vers 15

4. De onbewegelijke troon des Heeren HEEREN. II
5. De onbewegelijke troon des Heeren HEEREN. III

6. De verlos­sing van Gods kerk
Zo zegt de Heere HEERE: De kinderen Israels en de kinderen van Juda zijn tezamen verdrukt geweest; en allen, die hen gevangen hadden, hebben hen vastgehouden; zij heb­ben hen geweigerd los te laten. Maar hun Verlosser is sterk, Heere der Heirscharen is Zijn Naam; Hij zal hun twist zekerlijk twisten, opdat Hij het land in rust brenge, maar de inwoners van Babel beroere. Jeremia 50: 33 en 34

7. Een wonderlijke Verbondsbelofte van een wonderlijk Verbondsgod. I.
 Daarom, ziet, Ik zal uw weg met doornen betuinen, en Ik zal een heiningmuur maken, dat zij haar paden niet zal vinden. En zij zal hare boelen nalopen, maar dezelve niet aantreffen, en zij zal hen zoeken, maar niet vinden. Dan zal zij zeggen: ik zal heengaan en keren weder tot mijn vorigen Man, want toen was het mij beter dan nu. Hoséa 2:5-6.

8. Een wonderlijke Verbondsbelofte van een wonderlijk Verbondsgod. II.

9. Verzoeking van Christus in de woestijn. I
Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel. En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde hem ten laatste. Matthéüs 4: 1, 2

10. Verzoeking van Christus in de woestijn. II
En de verzoeker tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dat deze stenen broden worden. Doch Hij antwoordende zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord dat door den mond Gods uitgaat. Enz. Matthéüs 4:3-11

Bevestiging van ds. W.C. Lamain te Rijssen op 24-8-1943 door ds. J. Fraanje


Zeventiende Tiental
INHOUD

1. Davids vertrouwen en uitzien onder de verstrooiing van Gods Kerk. I
Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde iets gekloofd en verdeeld had. Psalm 141: 7

2. Het sterkste Wapen in de geestelijke strijd. II
Doch op U zijn mijn ogen, HEERE, Heere! Op U be­trouw ik, ontbloot mijn ziel niet. Psalm 141: 8.

3. De oude Anna in de tempel. I. Na Kerstdag
En er was Anna, een profetes, een dochter Fanuëls, uit de stam van Aser; deze was tot hoge ouderdom gekomen; dewelke met haar man zeven jaren had geleefd van haar maagdom af. En zij was een weduwe van omtrent vier en tachtig jaren, dewelke niet week uit de tempel met vasten en bidden, God dienende nacht en dag. Lucas 2: 36 - 38

4. Anna in de tempel de Heere beleden. II. Na Kerstdag
En deze, terzelfder ure daarbij komende, heeft insgelijks de Heere beleden en sprak van Hem tot allen, die de verlossing in Jeruzalem verwachtten. Lucas 2: 36 - 38

5. De vrijheid waarin Christus Zijn volk stelt
Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. Johannes 8: 36

6. Een troostvolle belofte
En waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn. Johannes 12: 26b

7. Christus neemt afscheid van Zijn discipelen. Voorafgaand aan Hemelvaartsdag
Uw hart worde niet ontroerd. Johannes 14: 1

8. Een woning van de Drie-enige God bij de gelovigen
Wij zullen tot hem komen en zullen woning bij hem maken. Johannes 14: 23b.

9. De verdeling van Christus' klederen
De krijgsknechten dan, als zij Jezus gekruist hadden, namen Zijn klederen en maakten vier delen, voor elken krijgsknecht een deel; en de rok. De rok nu was zonder naad van bovenaf geheel geweven. Zij dan zeiden tot elkander: laat ons dien niet scheuren, maar laat ons daarover loten, Enz. Johannes 19: 23 en 24

10. De handeling der krijgsknechten, nadat Christus gestorven was. Goede Vrijdag
De Joden dan, opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op de sabbat, dewijl het de voorbereiding was, want die dag des sabbats was groot, baden Pilatus dat hun benen zouden gebroken en ze weggenomen worden. De krijgsknechten dan kwamen en braken wel de benen des eersten en des anderen die met Hem gekruist was. Maar komende tot Jezus, als zij zagen dat Hij nu gestorven was, zo braken zij Zijn benen niet. Maar een der krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit. Johannes 19: 31- 34

Achttiende Tiental
INHOUD

1. Rust voor vermoeiden
En daar rusten de vermoeiden van kracht. Job 3: 17b

2. Ik heb lief
Ik heb lief, die Mij liefhebben. Spreuken 8: 17a

3. Efraïms zonde opgelegd
Doch Ik zal hen van het geweld der hel verlossen. En
Efraïms ongerechtigheid is samengebonden, zijn zonde is opgelegd.
Hoséa 13:12 en 14

4. Jezus maakt Zijn lijden bekend. Lijdensweken
En Petrus Hem tot zich genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende: Heere, wees U genadig; dit zal U geenszins geschieden. Maar Hij Zich omkerende, zeide tot Petrus: ga weg achter mij, satanas; gij zijt Mij een aanstoot, want gij verzint niet de dingen die Gods zijn, maar die der mensen zijn. Mattheüs 16: 22, 23

5. Jezus gekroond met doornen. Lijdensweken
Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen: zie, de Mens. Johannes 19: 5

6. De begrafenis van Christus. Goede Vrijdag
En men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld en Hij is bij de rijken in Zijn dood geweest. Omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is. Jesaja 53: 9

7. Belofte van de Trooster. Lijdensweken
Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welke de Vader zenden zal in Mijn Naam.
Evangelie van Johannes 14: 26, 1e gedeelte

8. De gevolgen van het Pinksterwonder
En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden, bloed en vuur en rookdamp. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed eer dat de grote en de doorluchtige dag des Heeren komt. En het zal zijn dat een iegelijk die de Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden.
Handelingen der Apostelen 2: 19 - 21

9. De Gift van de Heilige Geest
Maar God, Die ook Zijn Heiligen Geest in ons heeft gegeven.
1 Thessalonicensen 4: 8b

10. Uw leven verborgen in God
En uw leven is met Christus verborgen in God. Kolossensen 3: 3b.


Negentiende Tiental
INHOUD

1. MIJN VERLOSSER LEEFT. II
Want ik weet, mijn Verlosser leeft. Job 19: 25a

2. MIJN VERLOSSER LEEFT. III
Want ik weet, mijn Verlosser leeft. Job 19: 25a

3. MIJN VERLOSSER LEEFT. IV
Want ik weet, mijn Verlosser leeft. Job 19: 25a

4. EEN LIEFLIJKE AANSPRAAK
Mijn Liefste antwoordt en zegt tot mij: sta op, Mijn vriendin, Mijn schone en kom. Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over; hij is overgegaan. Hooglied 2: 10, 11

5. VERHEUGEN IN DE HEILIGE ISRAËLS
En de behoeftigen onder de mensen zullen zich in de Heilige Israëls verheugen.
Jesaja 29: 29b

6. EEN NIET TE BEGRIJPEN VERZUIM
En Hij zeide tot hen: wat is het, dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? Lukas 2: 49

7. JEZUS HET LICHT DER WERELD
Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het Licht des Levens hebben.
Johannes 8: 12

8 . CHRISTUS DE ERFGENAAM
Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles. Hebreeën 1 : 2

 9. MIJN VADER, UW VADER
Jezus zeide tot haar: raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders en zeg tot hen: Ik vaar op tot Mijn Vader en uw Vader en tot Mijn God en uw God.
Maria Magdaléna ging heen en boodschapte de discipelen, dat ze de Heere gezien had en dat Hij haar dit gezegd had. Johannes 20: 17 en 18

10. DE OFFICIËLE VERSCHIJNING VAN DE OPGESTANE CHRISTUS
Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broederen op eenmaal; van dewelke het merendeel nog overig is en sommigen ook zijn ontslapen. 1 Korinthe 15: 6



Twintigste Tiental
INHOUD

1. Wentel uw weg op de Heere. Nieuwjaar 1978
Wentel uwen weg op den Heeren en vertrouw op Hem; Hij zal het maken. Psalm 37: 5

2. Het water van Bethlehems Bornput
En David kreeg lust en zeide: wie zal mij water te drinken geven uit Bethlehems bornput, die onder de poort is? Toen braken die drie door het leger van de Filistijnen en putten water uit Bethlehems bornput die onder de poort is, en ze droegen het en brachten het tot David. Doch David wilde het niet drinken, maar hij goot het uit voor den Heere. 1 Kronieken 11 vers 17 en 18

3. Jezus in Gethsémané. LIJDENSPREEK
Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd, tot den dood toe. Blijft hier en waakt met Mij. En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgegaan, doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. Mattheüs 26 : 38 en 39

4. Kom, Mijn liefste.
Kom, Mijn liefste, laat ons uitgaan in het veld, laat ons vernachten op de dorpen.
Hooglied van Salomo, 7 vers 11

5. De Verlosser tot Sion
En er zal een Verlosser tot Sion komen, namelijk voor hen, die zich bekeren van de overtreding in Jakob, spreekt de Heere. Jesaja 59: 20

6. De zekere verwachting van Gods kinderen. III
Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, die ons Leven is, dan zult gij ook met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Kolossensen 3 het 4e vers.

7. Gods grote zorg over alles wat leeft. Dankdag
Hoewel Hij nochtans Zichzelf niet onbetuigd gelaten heeft, goed doende van de hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende, vervullende onze harten met spijze en vrolijkheid. Handelingen 14 vers 17

8. De kenmerken van degenen die van de vloek zijn ontslagen.
En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn. En de troon Gods en des Lams zal daarin zijn. En Zijn dienstknechten zullen Hem dienen. En zullen Zijn aangezicht zien. En Zijn naam zal op hun voorhoofden zijn. Openbaring 22 vers 3.

9. In de liefde van Christus geworteld en gegrond
En gij in de liefde geworteld en gegrond zijt. Eféze 3 :17

10. Oudejaar Zondagmiddag 1978
En de engel zeide tot hen: vreest niet, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal, namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus de Heere, in de stad Davids. Lukas 2 vers 10.

Bestel deze preken in de webwinkel van Boekenstek.