zaterdag 25 juni 2011

Boven de zon


Pas geleden las ik onderstaand verhaal. Ik neem het iets gewijzigd over uit "Naftalie en Dudaïm" van J.W. Kieboom te Werkendam (1978):
In het begin van de vorige eeuw is er een vrouw in Sliedrecht met een ongeneeslijke ziekte. Ze heeft al veel dokters afgelopen, maar heeft er weinig baat bij. Op een dag hoort ze dat er in Dordrecht een goede dokter woont. Ten lange leste komt ze bij hem terecht. Hij onderzoekt haar en zegt: "O vrouw, er zijn voor u onder de zon geen middelen." Met deze boodschap gaat die vrouw weer naar huis. Ongeneeslijk en geen middel onder de zon...

Op een keer moet ze weer in Dordrecht inkopen doen. De dienstmeid van die bewuste dokter ziet haar lopen en vertelt dat tegen haar dokter. Die zegt:
"Dat kan niet, dat mens ligt allang onder de grond." "Nee", zegt de dienstmeid, "ik heb haar echt gezien." "Wel", antwoordt de dokter, "als je haar dan weer eens ziet moet je ze eens binnenroepen."

Een paar weken later ziet de dienstmeid die vrouw weer lopen. Zij erachter aan... "De dokter heeft graag dat je even binnenkomt." Even later staat ze voor de dokter. De dokter zegt: "Vrouwtje, ik moet je met verwondering aanzien, dat je nog leeft, je had al lang overleden moeten zijn." Ze zegt: "Dokter, u bent zelf de oorzaak dat ik hier gezond voor u mag staan. U zei tegen mij dat er onder de zon geen middelen voor mij waren. Door genade ben ik toen boven de zon gaan zoeken. En de God van leven en dood heeft het beliefd mij de gezondheid weer te geven."

De dokter wist hier niets op te zeggen dan alleen: "Nu vrouwtje, ik wens u het beste met de gezondheid."

Misschien ter bemoediging...

maandag 13 juni 2011

De Steen der Wijzen

Het plaatje voorop intrigeert. Een oude wijze die in een dik boek zit te snuffelen. Allerlei scheikundige apparaten staan voor hem op tafel. De kat zit aan zijn voeten, de oven met de nodige tangen op de achtergrond. Zo'n man probeerde vroeger goud te maken. Helaas is dat nooit gelukt. Zo wijs was hij nu ook weer niet.


"Inhoudende 850 recepten voor allen en over alles" luidt de ondertitel. Elke "wijze" lezer begrijpt dat in dit boek het recept om goud te maken niet te vinden is. Wel staan er allerlei andere leuke "weetjes" in. "Het vervaardigen van op goud en zilver gelijkende metalen" is bijv. een hoofdstuk. Ooit gehoord van Neurenburger Goud? Of van Talmigoud?

Behalve de nodige wijsheden over goud, kun je uit dit boek nog veel meer leren. Of wist je het middel al om te weten waar een kip haar eieren legt. "Men wrijve den legdarm der kip, die hare eieren op een onbekende plaats legt, des morgens met een weinig zout; zij zal dan terstond naar de plaats gaan, waar zij hare eieren verbergt." Voor kippenkenners moet dit een uitkomst zijn. Mij zegt het weinig.

In deze "steen" kun je nog voor veel meer middelen terecht; een middel tegen wratten, een middel om brandwonden te genezen, waterdichte schoensmeer, hout kleuren op ebbenhoutkleur, brandwonden genezen, Parijsche recepten voor het vervaardigen van ijs, behandeling van vruchtbomen en wijngaarden, aanwijzingen voor de moestuin enz. Zelfs de behandeling van "schijndooden" ontbreekt niet.

Helaas schiet alle wijsheid tekort als het om echte doden gaat. Zo wijs is geen mens. Voor alle wijzen is dat tot op de dag van vandaag een steen des aanstoots....

woensdag 8 juni 2011

Groeten uit....


Oude ansichtkaarten, daar kun je geld van maken heb ik me laten vertellen. Het is me nooit gelukt. Ik beleef er ander plezier aan: bekijken. Er zijn van die boekjes met oude ansichtkaarten, je kent ze wel: .....in oude ansichten, of Groeten uit......


Een paar van die boekjes heb ik. En of het nu bekend terrein is, of onbekend, het intrigeert me altijd weer. Al die ernstige gezichten, het lijken me stuk voor stuk mensen waar je een spijker op recht kunt slaan. Er heerste in die tijd een ander moraal dan nu. Het straalt gewoon van de foto's af. Het leven is ernst, bittere ernst.


Verder valt me op dat al die boekjes op elkaar lijken. De dorpen waren lommerrijk. Mensen wilden graag op de foto. Of je nu Piershil hebt of Rinsumageest, de mensen liepen uit als de fotograaf in het dorp was. En een klassenfoto in Zuid-Beijerland verschilt niet zoveel van een klassenfoto in Oudega.



Was het toen beter dan nu? Als je alleen naar de foto's kijkt, zou je het bijna denken. Toch is dat maar een halve waarheid. De verhalen vertellen de rest. 't Zal hier nooit volmaakt worden...

vrijdag 3 juni 2011

Dag vrouwtje


U heeft ze vast wel eens gezien. De kalenders met voorop een meditatie en achterop een stichtelijk verhaal. Pas geleden tikte ik er nog een paar op de kop van uitgeverij De Banier.

Op de voorkant van ieder blad staat de datum vermeld. Ik heb de bladzijde voor me van woensdag 30 juli 1952. Dat is al even geleden. De wijze lessen zijn echter nog steeds actueel.

Een kleine bloemlezing van genoemde datum. De meditatie gaat over Romeinen 12:12a: Verblijd u in de hoop. Op de achterkant staat een aardig verhaal over de dominee met de tang:

Toen de beroemde predikant Guthry eens de arme bewoners van zijn wijk bezocht, wilde een Ier hem niet binnen laten en dreigde de predikant met de kachelpook.
"Wat, man!" zei de predikant, "wou jij een ongewapend man slaan? Geef mij de tang, en laat ons dán zien wie de sterkste is!"
De Ier begon te lachen en zie: "U bent een vreemd slag van een dominee, maar kom binnen."
Sinds die tijd had dominee Guthry het volle vertrouwen van de Ier en leerde deze het Evangelie, dat hij evenzeer gehaat als gevreesd had, van harte liefhebben.

De bladzijde is nog niet helemaal vol. Vandaar deze bladvulling voor 30 juli:

Goede herinneringen aan het ouderlijk huis zijn in den vreemde een wegwijzer.

Ergens in september staat een gedicht met een knipoog:
Dag vrouwtje

"Wel dominee, wel dominee,
Wat was die preek verrukk'lijk!
Het is ze weer eens goed gezegd,
Zo deeglijk, zo nadrukk'lijk

(...)

En toen u aan de hoogmoed kwam,
Juist keek ik om mij henen,
En die eens onder handen nam,
toen zag 'k zo deez' en genen.

En 'k dacht zo: man je kent ze reeds,
Hoe kort nog hier woonachtig;
Neem mij niet kwalijk dat ik 't zeg,
Maar 'k vond het meer dan prachtig.

Het was, mijn beste dominee,
Of ik aan mijn hart gevoelde,
Op wie uw leerzaam, ernstig woord
Meer in 't bijzonder doelde.

En dominee sprak kalmpjes: "Nu,
Dat is gelukkig, oudje!
Wan wezenlijk, ik dacht aan u."
"Dag dominee!", "Dag vrouwtje."

Daaag...