woensdag 6 april 2011

Janmaat en Soldaat

Janmaat en Soldaat


Wat is er nu leuk aan boeken? Ja, leg dat eens uit. Misschien dat onderstaand verhaal iets verheldert:

Geloof me, jongens, het zingen geeft kracht en moed, het maakt vroolijk en opgewekt en vooral wij militairen hebben zoo nu en dan een moppie muziek of zang noodig... (...)
De marsch is nog lang, de ransel wordt zwaar en de zon brandt en steekt fel. De troep sleept zich voort... (...)
In het verre Indië, op een eenzamen post, vechten een troepje brave, Hollandsche jongens met een’ vijand, verradelijker dan Atjeher of Balinees. Zij kampen tegen de doodelijke verveeling... (...)
Niets dan lucht en water! De zee is stil, de zon gaat in het westen onder. Janmaat rust op het voordek. Men is reeds weken op reis, nieuws ontbreekt, ’t gesprek wil niet vlotten...(...)
Daarom kameraden van Leger en Vloot zag “Voor Janmaat en Soldaat” het licht. De liederen spreken tot U van krijgsmansdeugden als trouw aan het Vaandel, liefde voor het Vaderland en Koningin, gehechtheid aan Uwe kameraden, gehoorzaamheid en plichtsbetrachting!

H.C.C. Clockener Brousson

Zomaar een paar zinsneden uit het voorwoord van de "Liederen-Bundel voor Janmaat en Soldaat", een uitgave uit het eind van de negentiende eeuw. Je zou er zin in krijgen. Maar er komen nog meer wijze raadgevingen van H.C.C. Clockener Brousson, Luitenant bij de Koloniale Reserve:

Het geheim van prettig dienen is: “doe je best bij alles”. Den eersten indruk, dien je maakt is blijven en daarom met lust en opgewektheid overal bij. Ben je dan verder netjes en proper op kleeding en wapens en lichaam, dan sta je spoedig bij je meerderen in den pas. Zoek je een paar goede vrienden en word je van allen een goed kameraad! Je zult luitjes vinden, die goud waard zijn. Beweeg je van het begin af, vroolijk en los, alsof je al jaren de uniform droeg.
In dienst moet je altijd kort, duidelijk en flink spreken. In ’t gelid zwijg je als een mof, is het rust, maak dan pret met de anderen en zonder je nooit af.
Denk niet, dat zij die streng zijn, je een slecht hard toedragen. Je vader en moeder waren ook wel eens kwaad, toch hielden ze veel van je, maar ze waren verantwoordelijk, dat je tot een flinke jongen zou opgroeien. Zoo moeten je meerderen in korten tijd een goed, flink militair van je maken.

Uiteraard begint de liederenbundel met het Wilhelmus. Als tweede volgt “Wien Neêrlandsch bloed door d’adren vloeit, Van vreemde smetten vrij” (is dat tegenwoordig trouwens geen partijlied van één of andere partij?).
Verder zijn er liederen voor allerlei gelegenheden: bij het hijsen van de vlag, op “Koningin’s verjaardag”, als de kabels los gaan, bij het afscheid van een koloniaal, enz. Zelfs een soldatengebed ontbreekt niet. Natuurlijk ontbreken ook “Piet Hein”, “In naam van Oranje” en “Frysk Folksliet” niet.
Van één lied wil ik je deelgenoot maken:

De Held van Edi
(Wijze: Wij Hollands legerknechten.)
Marschlied
1.
Er is een held gevallen
Op Edi’s oorlogsveld
Bemind werd hij door allen,
De fiere, dappere held.
Het was de Luit’nant Gaade,
Die met een leeuwenmoed
Lafhartigheid versmaadde,
Ten koste van zijn bloed. (bis.)

2.
Hij wist van geen versagen
Hij werd het eerst gewond,
Door ’n aantal klewangslagen
Zonk hij neêr op de grond.
Hij heeft teruggedrongen
Den vijand keer op keer,
Zijn sectie werd besprongen
Met klewang en geweer. (bis.)

3.
Die held moest eenmaal sneven,
Een lans trof zijne borst,
Hij liet zijn jeugdig leven
Voor Vaderland en Vorst.
Hij wordt niet licht vergeten
Door minderen en vriend,
De Koning zal het weten
Hij heeft hem trouw gediend. (bis.)

Het onderschrift onder dit lied luidt:
8 mei 1889 werd te Edi (Atjeh) eene compagnie Hollandsche soldaten onverwachts door overmacht aangevallen. Er ontstond helaas! een paniek en de onzen trokken terug. De 1e luitenant J.J.A. Gaade stond pal, trouw bijgestaan door den Korporaal Schordell, hoornblazer Kooistra en de soldaten Maele, Gabriels, Swier en van Dorp. Behalve Kooistra vielen allen op het veld van eer. Zij werden bloedig gewroken door een compagnie Amboineezen.
Luitenant Gaade verwierf de Militaire Willemsorde. Korporaal Schordell werd bevorderd tot Ridder 3e klasse. Zij werden als zoodanig na hun dood ingeschreven.

Jacobus Johannes Adrianus Gaade (Den Haag, 20 maart 1864 - Edi (Atjeh), 8 mei 1889)

'k Heb op internet een paar foto's van de betrokkenen erbij gezocht. Kom ik er gelijk achter dat ik eigenlijk helemaal niet meer "Meneer van Daalen wacht op antwoord" mag gebruiken voor de klas. Of was dat toch al uit de tijd?

Over de strijd van “onze jongens” in Indië wordt verschillend gedacht. Daar gaat het nu even niet over. ‘k Vond het een indrukwekkend stukje, zomaar in een liedboek. En dat is nu, wat me zo boeit aan boeken, de geur, de vormgeving, maar vooral deze haast vergeten verhalen.

3 opmerkingen:

  1. Waarom mag je Meneer van Dalen niet meer gebruiken? Hier hebben ze ook zoiets in het engels en handig is het. Wie kan er nog rekenen vandaag de dag,uit het hoofd? Of doe je als leraar geen hoofdrekenen meer. Of verkoop je ook oude rekenboekjes?
    Wilma

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In Ned. Indië leren de kinderen m.b.v. Van Daalen de volgorde van wiskundige bewerkingen. Meneer van Daalen wacht op antwoord. Daarbij staan de eerste letters van ieder woord voor resp. machtsverheffen, vermenigvuldigen, delen, worteltrekken, optellen en aftrekken. Ik gebruik het zelf voor de klas. Vandaag las ik op internet dat het op een Meneer van Daalen sloeg die nogal wat op zijn kerfstok heeft. Ik heb me nog niet in het onderwerp verdiept om te weten in hoeverre deze opvattingen politiek gkleurd zijn. Als je op google zoekt op Atjeh en Van Daalen kom je bijv. het volgende tegen:
    Als gouverneur rekte Van Heutsz de opvatting van gedoseerd geweld weer op: grootschalige terreur behoorde al snel weer tot de krijgsroutine. Opvallend hierbij was het buitengewoon harde optreden om het verzet te breken in de buitengebieden die nog niet onder Nederlands gezag waren. Deze methoden veroorzaakten heftige kritiek, vooral na de bloedige expeditie in de Gajo- en Atlaslanden, onder leiding van G.C.E. van Daalen (1863-1930).
    In 1904 verloren duizenden mannen, vrouwen en kinderen het leven door toedoen van overste Van Daalen. Het nieuws over deze verschrikkingen maakten grote indruk in Nederland, maar bleef aanvankelijk zonder nadelige gevolgen voor Van Daalen, Van Heutsz gaf hem als beloning de post van gouverneur van Atjeh. Later laaide de kritiek in Nederland weer op. In 1907 werd Van Heutsz gedwongen om Van Daalen te ontslaan. Hij voorkwam hiermee een officieel onderzoek naar de gebeurtenissen in Atjeh.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb je gelinkt op mijn boekenblog! ik hoop dat dat ook oké is?
    http://loverforbooks.blogspot.com/

    BeantwoordenVerwijderen