woensdag 23 februari 2011

Guido Gezelle

Hij (1830-1899) was rooms, maar desalniettemin zijn zijn gedichten ook in protestantse kringen geliefd. Ik keek net op de site van de KNMI en zag dat ze in het oosten sneeuw verwachten. Vandaar de eerste:
Door ongebaan-
de sneeuw te gaan,
hoe lustig is 't,
hoe leutig!
(1859-'60)
De meesten zijn diepzinniger. Wie kent niet "Gij bad op enen berg alleen"...
Gij badt op eenen berg alleen

Gij badt op eenen berg alleen,
en...Jesu, ik en vind er geen
waar 'k hoog genoeg kan klimmen
om U alleen te vinden:
de wereld wilt mij achterna,
alwaar ik ga
of sta
of ooit mijn oogen sla;
en arm als ik en is er geen,
geen een,
die nood hebbe en niet klagen kan;
die honger, en niet vragen kan;
die pijne, en niet gewagen kan
hoe zeer het doet!
o Leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet!
(1859)
Of dit "kleengedichtje":
Die 't Kruis niet en draagt
en is 't Kruise nie' weerd,
noch Christen en is
zijn naam!
(18 mei 1859)
Deze:
Te sterven is het niet,
maar hoe men heeft geleefd
dat aan de bittre dood
die bittre smake geeft.
(1866)
Of deze:
Zoo ellendig zijn

Consummatum est!

Zoo ellendig zijn,
en geen zonneschijn
ooit mijn huis instralen;
nooit geen' asem halen,
dat 't geen wee en doet!
Roert mij hand of voet
iemand, ...tieren! Willem
en niet kunnen stillen,
ai mij! deze pijn!
Ach! en ... ach! en ... ach! en ... ach! en
zoo ellendig zijn!

Liever ware ik dood
als, in stervensnood
zoveel duizend werven
her end weder sterven
zonder vrij te zijn,
ai! van deze pijn:
'k heb genoeg gebeten ...
'k wil 't het leste weten
van dit daaglijksch brood!
Ach! en ... ach! en ... ach! en ach! en
liever ware ik dood!

Wie en klaagde er niet?
Was er ooit verdriet
erger als het mijne?
Was er immer pijne ...
'Consummatum est!'
Een', aan 't kruis gevest,
hoore ik tegenspreken,
hoor ik zielebreken,
in zijn stervenslied!
Ach! en ... ach! en ... ach! en ... ach! en
Hij klaagde niet!
(18 november 1890)
Tot slot:
O Licht!

Hoe ben ik, louter duisterheid,
en stekeblend geboren,
O Licht, tot uwen lof bereid,
bestemd en uitverkoren?
Hoe is 't, dat ooit Gij, ongemaakt,
gewonnen noch geschapen,
mij, duisterling, den dag ontstaakt
en duizenden liet slapen?
(1895)

Zoo spreke en
zoo denke en
zoo dichte en
zoo doe'k!
(1879-'80)

1 opmerking:

  1. Hallo,
    Gedichten zijn altijd mooi.Zeker als het goed voorgedragen word.Wilma

    BeantwoordenVerwijderen