zaterdag 26 februari 2011

Het Elfde Gebod

"Een treffend verhaal" vermeldt de ondertitel van "Het elfde gebod". Inderdaad, dit is een treffend verhaal. Ik heb de zesde druk voor me. Romijn & Van der Hoff heeft talloze boekjes met levensbeschrijvingen, treffende voorvallen en uitreddingen uitgegeven. In dit boekje zijn in totaal maar vijf bladzijden beschreven, maar de les is overduidelijk.

Tweehonderd jaar geleden leefde in Engeland een Protestants Aartsbisschop, Usher. Hij had toezicht over het leven van zijn ambtsbroeders in zijn regio. Regelmatig bezocht hij de gemeentes in zijn resort. Deze bezoeken werden vooraf aangekondigd. Als hij dan in zo'n stad of dorp kwam, was alles best in orde; de klokken werden geluid, iedereen gedroeg zich voortreffelijk, het gastmaal smaakte heerlijk, kortom er ontbrak niets.

Deze manier van bezoeken beviel de aartsbisschop niet. Hij wilde graag de werkelijke toestand van de gemeenten te weten komen. Hij verkleedde zich daarom als bedelaar, compleet met oude kleding, wandelstok en bepoederd gezicht.

Zo kwam Ushur op zekere zaterdagavond in het dorp waar de vrome Rutherford predikant was. Hij klopte als bedelaar op de pastoriedeur. Rutherford was op dat moment verhinderd. Zijn vrouw herkende de bedelaar niet. Zij verzocht hem, na de maaltijd, mee te doen aan de gewone huiselijke godsdienstoefening.

Na het zingen las zij een Psalm, deed enige vragen en wendde zich ten laatste ook tot de arme bedelaar bij de haard en vroeg: "Nu brave oude, antwoordt gij mij eens. In de voorgelezen psalm wordt gesproken over de Wet des Heeren. Nu, zeg mij eens, hoeveel geboden zijn er?"
"Elf", antwoordde de bedelaar.
Daarop vroeg zij aan haar kleine zesjarige jongen: "Zeg mij eens Johannes, hoeveel geboden zijn er?"
En hij antwoordde flink uit de borst: "Tien".
Toen keerde de vrouw zich weer tot de bedelaar en zei: "Is het niet bedroevend dat gij nog zo'n geringe kennis hebt van het Woord Gods? Gij zijt reeds oud en zo grijs, en wie weet hoe spoedig de Heere u uit het leven zal oproepen. Wilt gij dan nog niet intijds de Heere om bekering uws harten bidden, eer het te laat is, en in deze uw tijd bedenken wat tot uw vrede dient (...) Verwerp toch de erfenis des hemels niet, maar heden, zo gij zijn stem hoort, verhardt uw hart niet."
Rutherford komt er later op de avond achter wie de bedelaar is. Hij hoort hem op zijn slaapkamer, die hem gewezen is door de vrouw des huizes, hardop bidden. Hij verplicht de aartsbisschop die volgende morgen in zijn plaats te preken. Rutherford vertelt echter niets aan zijn vrouw. De "bedelaar" krijgt een zwarte jas van Rutherford. Rutherford vertelt de volgende morgen aan zijn vrouw dat de bedelaar al vertrokken is.

De morgen kwam. De klokken luidden voor de kerkdienst. Rutherford betrad met de vreemde prediker de Sacristy en de vrouw van Rutherford nam met haar gezin de voor hun bestemde plaatsen tegenover de preekstoel in.

Rutherfords vrouw zag echter met verbazing op naar de predikstoel en het kwam haar voor dat de prediker van heden een zeldzame gelijkenis vertoonde met de bedelaar van gisteren.

Na een hartgrondig gebed begint de prediker met een inleiding over de Wet des Heeren, de heilige tien geboden. Hierop bracht hij echter een stoute wending in zijn rede en zeide: "Wij Christenen kennen in het nieuwe verbond nog een elfde gebod, en hierover wens ik heden tot U te spreken. Hij nam de Bijbel, sloeg zijn tekst op en las het elfde gebod dat staat opgetekend in het Evangelie van Johannes, het dertiende hoofdstuk, het vier en dertigste vers: Een nieuw gebod geef ik u, dat gij elkander liefhebt, gelijk ik U liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt." En nu begon Ushur met welsprekende kracht te prediken van de liefde van Christus tot de naasten.

Toen de godsdienstoefening ten einde was trad Ushur Rutherfords vrouw tegemoet, reikte haar de hand en zeide: "Lieve zuster in de Heere, gij hebt geisteravond het elfde gebod aan mij gehouden, en meer dan de lichamelijke spijzen die gij mij aanbood, heeft mij de geestelijke en de liefde verkwikt, waarmede gij u het heil mijner ziel hebt aangetrokken. De prediking die gij gisteravond voor mij hebt gehouden, zal mij onvergetelijk blijven.
Onwetend engelen geherbergd en onwetend het elfde gebod betracht.

1 opmerking:

  1. Tsjonge,dat moet voor vrouwe Rutherford ook wat geweest zijn. Maar ze mocht het wel verstaan.

    BeantwoordenVerwijderen